Vertel mij ook je verhaal, nadat ik het mijne verteld heb.
Er was eens een tijd, dat ik in de brandende zon op een stoel op de camping een boek las. Retespannend. Mijn ouders begrepen niet hoe ik het volhield in die hitte. En al helemaal niet, dat ik heftig protesteerde tegen etenstijd. Ik wilde niet komen eten, want mijn boek was nog niet uit.
Verhalen prikkelen
Al vroeg hielden verhalen mij in hun greep. Vanaf het moment dat mijn moeder mij voorlas uit kinderboeken. Gesproken woorden gingen meestal aan mij voorbij. Maar als mijn moeder voorlas niet. Dan hing ik aan haar lippen en zag ik voor mij wat ze mij vertelde. Het prikkelde mijn fantasie en verbeeldingskracht.
Boeken lezen
En zodra ik mijn eerste woord leerde lezen, was ik verknocht aan boeken. Ik las ze niet, maar ik vrat ze bij wijze van spreken. Stapels gingen er op een dag er doorheen. Sprookjesboeken, avonturiersverhalen, historische literatuur en ook leerzame boeken waren mijn favorieten.

Bibliotheekboeken
Op de middelbare school liep het een beetje uit de hand. Mijn vader greep in, want hij dacht dat ik minder zou presteren als ik te veel boeken las. Hij wilde vooral, dat ik de studieboeken indook. Allebei mijn ouders werkten en waren dus overdag niet thuis. Hij verstopte mijn bibliotheekboeken en maande mij dat ik moest studeren.
Literatuur
Dat deed ik ook wel, maar hoe lang kun je aan een stuk studeren? Dat is saai en vermoeiend. Ik wilde vooral lezen. Daarom zocht ik in de boekenkasten van mijn ouders naar andere literatuur. Pulpromannetjes van mijn moeder. De encyclopedie. Aan sommige verhalen was ik als kind nog niet toe, maar ik las ze toch. De honger naar meer groeide alleen maar.

Verhaaltjes schrijven
In die tijd ben ik ook begonnen met schrijven. Aanvankelijk in mijn dagboekjes. Later korte, kinderlijke verhaaltjes. Nog later begon ik met gedichten. Ze stroomden letterlijk uit mijn pen. En zonder publiek waren ze natuurlijk niet interessant. Niet dat ik ze aan jan en alleman liet lezen. Nee. Daarvoor ging ik naar mijn leraar Nederlands. Die ging er met de rode pen doorheen. Gaf mij tips en commentaar.
Dichten
Ook een klasgenote die graag gedichten las, wilde ze lezen. En ook zij gaf mij de nodige feedback. Familie en vrienden kregen op verjaardagen of met de feestdagen gedichtjes voorgeschoteld. Speciaal voor hen geschreven. Er was een tijd, dat ik op alles schreef waarop ik kon en mocht schrijven. Flyers, kladblokken, proefwerkpapier, schriftjes en bierviltjes.

Woordenschat
Met een vriendin had ik bovendien een spel bedacht. Elke week zochten we een moeilijk woord op in het woordenboek en gebruikten het te pas en te onpas als we met anderen praatten. Onze woordenschat groeide daardoor met de dag.
Taal
Ik was goed in taal. Had ik aanvankelijk moeite met Engels, omdat wij thuis vooral naar Duitse televisie keken en nauwelijks Engelse films zagen. Waar mijn klasgenoten al precies wisten wat de woorden in het Engels betekenden, worstelde ik met de naamvallen en de persoonlijke voornaamwoorden. Maar zodra ik de taal in de vingers kreeg, groeide mijn liefde voor de taal en las ik ook in andere talen alle boeken die los en vast lagen.
Correspondentie
De brieven van correspondentievrienden uit heel Europa in allerlei talen gingen over en weer. Die leerde ik kennen tijdens vakanties in Duitsland, België en Zwitserland of Italië.

Communicatie
Uiteindelijk werd taal mijn beste gereedschap in de communicatie. Mensen huilden om wat ik schreef. En ik kreeg complimenten. Zo kon ik over bijna dagelijkse dingen boeiend schrijven en lezers mijn verhaal intrekken. Dat lukt mij nog steeds, als het goed is. Want, hoelang ben jij al aan het lezen?
Bedrijfsverhalen
Het enige wat mij nog niet lukt is het schrijven van mijn levensverhaal. Die is waarschijnlijk ook te oninteressant voor de buitenstaander. Liever schrijf ik op wat anderen mij vertellen. Daarom schrijf ik ook bedrijfsverhalen.
Hoe anderen hun werk doen
Zo laat ik zien hoe anderen hun werk doen. Beschrijf ik wat ze doen, waar ze goed in zijn en waarom ze dat doen. Of ik verplaats mij in hun afnemers. Wat hebben zij nodig? Wat kan een bedrijf hun bieden?
Wat jij mij vertelt, gaat leven.
Maureen Bol, tekstbureau Formule M
Tekst boetseren
Nee, ik lees geen boeken meer in de brandende zon. Ik schrijf. Met mijn handen op het toetsenbord. Ze dansen over de letters en componeren. Ze boetseren de tekst en prikkelen de fantasie. Wat jij mij vertelt, gaat leven. Snaren raken, emoties opwekken en mee laten beleven. Dat is wat ik doe. Dat is mijn ambacht.
Vertel jij mij ook jouw verhaal?

One reply on “Vertel jij mij ook je verhaal?”
[…] Vertel jij mij ook je verhaal? […]
LikeLike